Foto: Harry Woertink

Dikke Den terug in Laarbos

Met het herplanten van een nieuwe Dikke Den en het weer zichtbaar maken van de Middeleeuwse Kasteelmotte heeft Landgoed Het Laar in Ommen weer een stukje geschiedenis terug gekregen. De Dikke Den is na 55 jaar weg geweest te zijn weer terug geplant op de historische plek in het Laarbos. En zijn de contouren van een oude burcht op het landgoed weer zichtbaar gemaakt. Niet ver van deze plek werd later Huize Het Laar gebouwd.

Dikke Den

De buitendienstmedewerkers van de gemeente Ommen hebben de nieuwe dennenboom geplant achter de (gedenk)naald. Het gaat om een den met de naam Pinus Nigra, die een hoogte kan bereiken van 55 meter en 500 jaar oud kan worden. Als eigenaar van Landgoed Het Laar is de gemeente niet over een nacht ijs gegaan om de geschiedenis van het Laar beter zichtbaar te maken. Er is overlegd met de historische verenigingen in Ommen en de Vrienden van Landgoed Het Laar om de plek te bepalen waar ooit de vermaarde dikke den heeft gestaan. Om het idee te benaderen van een zitgelegenheid met op de achtergrond een zwarte den bleek de huidige plantlocatie achter de naald de meest voor de hand liggende nieuwe plantplaats.

In het zogeheten Grand Canal stond aan het eind van de zichtlijn vanuit Huize Het Laar een (gedenk)naald met daarop het jaartal 1901. Deze zichtpuntnaald is zoek geraakt. Maar er is weer een nieuwe naald voor terug gekomen na de waterschapswerkzaamheden in 2013. De nieuwe metalen naald is toen terug geplaatst op een verhoogde viersprong op het vaste land. De nieuwe den heeft daar een plek gekregen zodanig dat (grootschalige) machinale onderhoud en de toegankelijkheid voor machines gewaarborgd zijn.

Het zicht op het Grand Canal, de winterkade, de Reggemarsdijk en de weilanden vormen zichtassen waarbij het belangrijk is dat er open zicht blijft om het gebied goed te kunnen ervaren. Ook de vijverpartij dicht bij nieuwe den is schoongemaakt om verder dichtvallen met blad te voorkomen. Bij de verkoop van Landgoed Het Laar in 1932 door baron Philip Dirk Baron van Pallandt van Eerde is de zwarte den op het perceelnummer 2672 beschreven als zijnde een natuurmonument dat moet blijven bestaan.

De vroegere Dikke Den was een zware Pinus Sylvestris met een omtrek van bijna twee meter. In 1961 kwam helaas een einde aan deze boom. De storm had vat gekregen op de stervende boom en moest daarom worden opgeruimd. Staatsbosbeheer kreeg toen nog een drietal stamschijven van deze dikke den. Ook Ommenaren herinneren zich dat er toen tuintafels van de gezaagde boomstammen gemaakt zijn. De Dikke Den was een bekend gegeven in Ommen en sierde menig ansichtkaart. Het was ook sinds mensenheugenis een geliefd plekje om op een bankje even op adem te komen tijdens een boswandeling.

In het begin van de vorige eeuw kwam de Dikke Den al ter sprake in de “Wandelgids voor Dalfsen, Rechteren, Vilsteren, Het Laar en Ommen”, uitgegeven in 1903 ter gelegenheid van de opening van het spoortracé Zwolle-Ommen, het eerste baanvak van de Noord Ooster waar de locatie van de Dikke Den wordt vermeld: “De gracht Westwaarts eindigt in een soort gedenknaald, eene herinnering aan den voorlaatsten bewoner, den Graaf van Rechteren tot Appeltern: een gezichtspunt uit de biljartzaal van het pension v.v. In de onmiddellijke nabijheid van die naald, verheft zich de ‘Dikke Den’, een logge colossus in zijn soort, door twee volwassen personen niet te omvademen. De bank onder deze reusachtige paraplu gunt een verrassenden blik op den vijver en de landen aan den Reggeoever.”

Kasteelmotte

De Kasteelmotte aan de Zwolseweg, tussen de Regge en de begraafplaats Laarmanshoek, was een burcht aan de rivier de Regge. Deze motte wordt gezien als een van de voorlopers van het huidige Huize Het Laar. De omtrek van de buitengracht is 40 meter en van de binnengracht 32 meter. De gracht zelf heeft een breedte van 6 tot 8 meter en de hoogte van de heuvel is één tot 1,5 meter. Helaas is het “kasteel” eeuwen geleden verloren gegaan en rest alleen nog de motteheuvel. Het gebied is bestempeld als een archeologisch monument. Kasteelmottes, ook wel Kasteelbergen genoemd, zijn regelmatig gevormde, min of meer ronde heuvels.

Meestal zijn ze volledig met de hand opgeworpen. Ze hadden oorspronkelijk een steil talud en een vlakke bovenkant. De diameter en hoogte van kasteelbergen variëren nogal. Rond de motte lag meestal een gracht. Daaruit was de grond voor de heuvel gewonnen. Op de vlakke heuveltop stond een houten of stenen versterking, dikwijls een toren. Bij de motte hoorde vaak een lager gelegen voorburcht. Mottekastelen hadden uitsluitend een defensieve functie. Ze dienden niet als woon- of verblijfplaats. Als er vijandelijke troepen in de buurt waren, trok men zich op de verhoging terug. Vandaar was de vijand gemakkelijker te bestrijden.

Historische dimensie

Kasteelbergen geven een historische dimensie aan het landschap. Ze maken het verleden zichtbaar en tastbaar. In combinatie met goede voorlichting kunnen deze cultuurhistorische objecten rekenen op veel maatschappelijke waardering. Het beheer van kasteelbergen is in de eerste plaats gericht op een duurzaam behoud van de wetenschappelijke informatie en de archeologische waarde. Vorm en uiterlijke kenmerken worden zo veel mogelijk behouden. De belevingswaarde van het landschap wordt hiermee vergroot, vooral als een kasteelberg wordt ontsloten voor het publiek.

Door de houtige opslag te verwijderen aan de Zwolseweg zijn de contouren van de gracht en de heuvel weer zichtbaar. De jonge eikenlaan haaks op de weg is vrijgezet van houtige opslag en ingezaaid met witte klaver. Ook de vijverpartij is vrijgemaakt van houtige opslag.

Tekst en foto’s: Harry Woertink

Artikel delen:
Foto's 2
Foto: Harry Woertink
Gerelateerde berichten