OM eist werkstraf tegen bestuurder hoogwerker na treinongeval Dalfsen

Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland heeft dinsdag 12 september voor de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, een werkstraf van 240 uur geëist tegen de bestuurder van de hoogwerker die 23 februari 2016 een treinongeluk veroorzaakte bij Dalfsen. De 23-jarige man stond dinsdag voor de rechter. Hij wordt ervan verdacht zich aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend te hebben gedragen in het verkeer, waardoor het ongeluk kon plaats vinden.

Bij dit ongeluk kwam de machinist van de trein om het leven en raakten zes mensen gewond. De trein botste in volle vaart op de hoogwerker op een spoorwegovergang nabij Dalfsen. De trein ontspoorde daarbij volledig. De bestuurder van de hoogwerker reed de spoorwegovergang op,  toen halverwege de spoorbomen dicht gingen en de trein naderde. Hij kon nog net voor de botsing van zijn voertuig springen.

De officier van justitie zei ter zitting: “De verdachte is met een uiterst traag rupsvoertuig het spoor overgestoken, zonder zich te vergewissen van de geldende dienstregeling en spitstijden en heeft het spoor bij een naderende trein niet tijdig vrij kunnen maken. Door het raadplegen van de dienstregeling of het bellen met Prorail of Arriva had hij kunnen zien dat er tijdens de spits acht in plaats van de door hem veronderstelde vier treinen per uur rijden. Dit heeft hij nagelaten.” De dag ervoor was de verdachte ook het spoor overgestoken met de hoogwerker, maar dat was op een tijdstip dat er vier treinen per uur langskwamen.

Niet ieder dodelijk ongeval leidt tot een strafzaak. Om tot vervolging te komen, moet er sprake zijn van schuld, zoals bedoeld in het Verkeersstrafrecht. In het Verkeersstrafrecht heeft schuld een andere betekenis dan in het dagelijkse taalgebruik. Ook maakt het Verkeersstrafrecht onderscheid in verschillende gradaties van schuld. Volgens het OM is hier sprake van verwijtbare onvoorzichtigheid. Dat wordt juridisch vertaald in “aanmerkelijke schuld”. “De verdachte heeft teveel vertrouwd op de ervaring van de vorige dag en gedacht dat hij ook nu veilig kon oversteken”, aldus de officier van justitie op zitting.

“Geen enkele straf is in staat om dit onrecht en het zware verlies voor de nabestaanden te vergelden, zij krijgen er hun geliefde niet mee terug,” aldus de officier van justitie. “De verdachte heeft uiteraard het ongeval niet met opzet veroorzaakt, toch acht ik aanmerkelijke schuld, zoals gedefinieerd in de Wegenverkeerswet bewezen en moet er een straf volgen.”

Aangezien de verdachte een voertuig bestuurde waar geen rijbewijs voor nodig is, ziet de officier van justitie af van een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. Wel werd een voorwaardelijke ontzegging voor de duur van 1 jaar geëist, met een proeftijd van 2 jaar.

De Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, doet op 26 september uitspraak.

Artikel delen:
Foto 1
Gerelateerde berichten