Foto: Eigen foto

Unieke fototentoonstelling over boerderijen in de buurtschappen Stegeren en Junne te zien in het Streekmuseum van Ommen

Ommen kent een bijzonder lange bewoningsgeschiedenis. De hoge dekzandruggen langs de Vecht waren vanaf 9.000 v. Chr. een geliefde verblijfplaats van rondtrekkende jagers-verzamelaars. Vanaf 5.000 v. Chr. vestigden zich de eerste boeren in deze streken. Ze legden bescheiden akkertjes aan en hielden vee. Evenals hun voorouders maakten ze gebruik van stenen en houten gebruiksvoorwerpen.

De aanwezigheid van prehistorische bewoners is in Stegeren nog in het landschap zichtbaar in de vorm van tientallen grafheuvels. De grafheuvelgroep ook wel tumuliveld geheten dateert van de laatste steentijd tot en met de ijzertijd. Het grootste terrein met minimaal 36 heuvels uit de ijzertijd staat in de volksmond bekend als Calsum, wat “dodenheem” betekent. Opmerkelijk genoeg zijn de oudste grafheuvels het grootst. Aanvankelijk werden de doden onder deze heuvels begraven. Later werden ze gecremeerd en in urnen bijgezet in grafvelden met veel kleinere heuveltjes en greppels rondom, de zogenaamde urnenvelden. Veel grafvelden en andere bodemvondsten zijn verloren gegaan.

Tegenwoordig hebben archeologische waardevolle vindplaatsen een beschermde status. In 1999 zijn de grafheuvels van Calsum door Staatsbosbeheer gerestaureerd. De monumentale “zandbergen” getuigen van de oeroude bewoningsgebied in Stegeren. Het terrein is eigendom van Staatsbosbeheer en een wandeling in het natuurgebied “het Junner Koeland” is zeer de moeite waard om de grafheuvels te bezoeken. De grafheuvels hebben een diameter van 5 tot 200 meter, de maximale hoogte is 2 meter. Eeuwenlang hebben de boeren met hun bedrijven de geschiedenis van het platteland bepaald.

De werkgroep Boerderij- en Veldnamen heeft alle huidige boerderijen in Stad en Ambt Ommen in kaart gebracht. Vanaf het jaar 1350 tot aan 1850, dus vijf eeuwen lang werd in Nederland het platteland ingedeeld en bestuurd door de Marken en haar besturen. Het grondgebied van stad en ambt Ommen was verdeeld over 14 Marken, Stad Ommen, Varsen, Stegeren, Arriën, Vilsteren, Giethmen, Besthmen, Zeesse, Archem, Junne, Eerde, Beerze, Lemele en Dalmsholte. Door de komst van Napoleon kwam er feitelijk een einde aan het Marke-gebeuren. In het vervolg namen gemeentebesturen deels de taken van de Marken over. Ten aanzien van de eigendomsrechten van de gronden werd het kadaster ingesteld. De werkgroep Boerderij- en Veldnamen heeft zich beziggehouden, en doet dat nog steeds, om de geschiedenis op te zoeken en vast te leggen tussen 1832 en heden.

Dit heeft ze gedaan door op bijna alle boerderijen gesprekken te voeren met de bewoners over de geschiedenis van hun bedrijven en andere historische feiten. In totaal zijn er van 400 boerderijen gegevens verzameld. Men kan stellen dat de buurtschappen ontstaan zijn vanuit het vroegere Marke-gebeuren. De fototentoonstelling van boerderijen uit Stegeren en Junne is te zien in het Streekmuseum. Openingstijden van het Streekmuseum in april van 13.30 uur – 17.00 uur en bij voldoende belangstelling loopt de fototentoonstelling door tot eind mei openingstijden van 10.00 uur – 17.00 uur.

U bent van harte welkom in het Streekmuseum te Ommen!

Artikel delen:
Gerelateerde berichten